Weerstand en Probiotica

Door diverse oorzaken kunnen dieren een minder sterke weerstand hebben, dat maakt ze meer vatbaar voor ziektekiemen. Een goede darmflora kan dan helpen om de ziekte te bestrijden en is van groot belang voor een goede weerstand. Binnen de Natuurgeneeskunde wordt, naast andere maatregelen, vaak Probiotica en Prebiotica gebruikt om de weerstand te verhogen. Maar wat is dat eigenlijk en wanneer heeft je dier ze nodig?

De darmen van mensen en dieren worden bewoont door miljoenen bacteriën, schimmels en gisten, de darmflora. Deze darmflora, voor het leesgemak noem ik ze hier de goede bacteriën, zijn van belang voor de spijsvertering, zij helpen het eten te verteren en zorgen er o.a. voor dat voedingsstoffen opgenomen kunnen worden. Zij helpen ook het immuunsysteem opbouwen en dragen zo bij aan de weerstand. Wanneer er een evenwichtige verdeling van alle bacteriën is, heb je een adequate bescherming tegen infecties en een goede spijsvertering en darmwerking. Door allerlei oorzaken kan echter het evenwicht tussen de bacteriën verstoord raken waardoor er klachten kunnen ontstaan, de weerstand verminderd en er ziekte uitbreekt.

Iedereen kent wel antibiotica, medicatie die nodig is wanneer er een infectie is en het lichaam zelf onvoldoende in staat is om die te bestrijden. Antibiotica doodt dan de ziekmakende bacteriën. Maar helaas worden dan ook veel van de goede bacteriën gedood, vaak met diarree als gevolg. Het toedienen van probiotica kan dan helpen om het evenwicht in de darmflora te herstellen.

Probiotica bestaat uit goede bacteriën, die bijdragen aan een goede samenstelling van de darmflora. Het bevat de bacteriegroepen en -stammen die normaal gesproken ook in een evenwichtige darmflora voorkomen. Door de inname van probiotica wordt het evenwicht tussen de bacteriën herstelt en kunnen zij hun functie ten gunste van de weerstand en de spijsvertering weer beter vervullen.

Een prebiotica kun je zien als voeding voor de goede bacteriën waardoor deze kunnen overleven en zich vermeerderen. Diverse voedingsstoffen hebben een prebiotische werking op de darmflora, bijvoorbeeld groente en fruit(pectine), peulvruchten, graanproducten en voedingsvezels maar ook producten als biogarde. Veel probiotica producten bevatten ook een prebiotica (zoals oligofructose) om hun werking te optimaliseren.

Bij welke klachten zou je kunnen overwegen om probiotica  aan je dier te geven?

• Tijdens en na een antibioticakuur. Antibiotica zorgt er voor dat bacteriën dood gaan (ook de goede). Wanneer een dier antibiotica krijgt, wordt daardoor de normale darmflora  verstoord. Door meteen een probioticum bij te geven blijft de balans beter in stand, waardoor de kans kleiner is dat de slechte bacteriën de overhand krijgen en zal de darmflora minder uit balans raken. Geef de probiotica bij voorkeur door tot 2 weken na het beëindigen van de antibiotica kuur.

• Na een wormkuur: een wormkuur doodt de wormen in de darm, maar door de giftige stoffen sterft ook een deel van de micro-organismen in de darm. Hierdoor is de kans groot dat het dier na de wormkuur tijdelijk een verlaagde weerstand en/of veranderde ontlasting heeft. Zeker bij paarden is dit heel belangrijk omdat zij, nog meer dan honden en katten, afhankelijk zijn van de micro-organismen in de darm voor een goede opname van voedingsstoffen.

• Wanneer het dier vatbaarder is voor ziektes, een verlaagde weerstand heeft, dat merk je bijvoorbeeld aan steeds terugkerende infecties.
 Let op: bij hele zwakke dieren kun je beter met een hele kleine hoeveelheid probiotica beginnen omdat het lichaam dan soms moeite heeft om het evenwicht te herstellen en er dan geleidelijk aan kan wennen.

• Bij (langdurige) diaree of andersoortige spijsverteringsklachten. Een goede darmflora is de basis van een goede spijsvertering.

• Bij dieren die te mager zijn of moeilijk dikker worden. Hier zorgt het voor optimale opname van de voedingsstoffen die de darm binnen komen.

• Bij chronische huidklachten. Een verstoorde darmflora heeft een nadelig effect op de huid.

Probiotica zijn in verschillende vormen te krijgen. Soms is het in vloeibare vorm te verkrijgen maar meestal is het in poedervorm. Het ene merk bevat relatief weinig verschillende bacteriestammen, de andere juist veel. Ook in concentraties kan verschil zitten. Let in ieder geval op dat het voor de specifieke diersoort geschikt is. In de spijsvertering van een paard die planten verteert komen uiteraard niet dezelfde bacteriën voor als in de spijsvertering van een vleeseter.

Voor advies over probiotica en prebiotica voor jouw dier kun je natuurlijk altijd contact opnemen met de praktijk.